Gollege van Burgemeester & Wethouders

Burger Partij Amersfoort ( BPA )

 

Fractie

College van B&W der Gemeente Amersfoort

T.a.v. de Burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper

Stadhuisplein 1

3811 LM Amersfoort

Amersfoort, 8 januari 2004.

 

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

 

Op grond van artikel 37 Reglement van Orde voor de Raad, wil de Burger Partij Amersfoort

( BPA ) graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen.

 

INLEIDING:

Op 22 mei 1997 is door de Gemeente Amersfoort een koopovereenkomst aangegaan met de besloten vennootschap Heijmans te Rosmalen ingevolge het besluit van 15 december 1995, ter uitvoering van het besluit van uw College van 22 april 1997 onder nummer B97050603, welk besluit is genomen op grond van een besluit van de Raad van 18 december 1990 nummer 1990/301 en welk collegebesluit in openbare vergadering op 12 mei 1997 is goedgekeurd.

De koopovereenkomst bepaalt ondermeer in artikel 5 van de akte dat de gemiddelde verkoopprijs van 83 stripwoningen aan de Regenboog en Noorderlicht te 3824 EC Amersfoort vrij op naam liggen tussen de ƒ 240.000,- en ƒ 265.000,-. De ondergrens is derhalve ƒ 240.000,- en de bovengrens is ƒ 265.000,-.

In het kader van een onderzoek ingesteld door een commissie van de vereniging van eigenaren ( door u opgericht op 1 december 1997 ) is naar voren gekomen dat behalve vele tegenstrijdigheden en onvolkomenheden in de akten van splitsing de gemiddelde verkoopprijs van de 83 stripwoningen (appartementsrechten) ligt op ƒ 295.000,-. De ondergrens ligt op ƒ 210.000,- per woning en de bovengrens ligt op ƒ 357.000,-. De gemiddelde prijs bij akte ligt op ƒ 252.000,-. De gemiddelde prijs bij verkoop ligt dus 17% boven hetgeen is toegestaan in de akte. Aan de overeenkomsten zijn boetebedingen verbonden.

De BPA heeft hierover de volgende vragen a t/m f :

  1. Heeft het College toezicht gehouden dat de verkoopprijzen voldeden aan de in de akte gestelde bedragen? Indien nee, waarom niet?
  2. De projectnotaris die de akten heeft opgesteld heeft eveneens de 83 verkoopakten opgesteld. Had de notaris uw College moeten inlichten dat de door uw College gestelde voorwaarden niet werden nagekomen? Zo ja, wanneer is dit gebeurd, zo nee waarom heeft u dat niet gecontroleerd ?
  3. Wie is in deze aansprakelijk te houden?
  4. Kunnen de kopers uw College verzoeken dat uw College genoemde projectontwikkelaar gelast de overschrijding van de verkoopprijs van gemiddeld 17% terugbetaalt aan de kopers? Het gaat hier om een totaal bedrag van ruim Euro 20.000.000,-- ( twintig miljoen Euro )

In hetzelfde complex en met dezelfde akten is vastgesteld dat er o.a. 83 parkeerplaatsen "beschikbaar" moeten worden gesteld aan de kopers van de appartementsrechten. In de akten staat dus niet dat de parkeerplaatsen beschikbaar moeten worden gesteld om vervolgens "verkocht" te worden aan de kopers van de appartementsrechten. Toch hebben de Burgers voor deze parkeerplaatsen moeten betalen.

e) Strookt dit volgens het College met de besluiten en akten?

Dit strookt ook niet met de voorwaarden dat er tevens 150 parkeerplaatsen "beschikbaar"moeten worden gesteld voor het winkelend publiek, immers het winkelend publiek koopt deze parkeerplaatsen ook niet. De kopers van de 83 appartementsrechten moeten vervolgens wel meebetalen aan het onderhoud van de garage voor het winkelend publiek. Ook hier treden tegenstrijdigheden op in de akten. De akten bepalen verder dat voor het gebruik van de garage geen vergoeding mag worden berekend. Toch gaat de eigenaar er direct toe over een vergoeding voor parkeren vast te stellen en de parkeerruimten te verhuren zonder dit te verrekenen met de eigenaren van de 83 appartementsrechten verenigd in VvE "De Nieuwe Hof II".

Vervolgens gebeurt er het volgende. Na de totstandkoming van de verkoop van de appartementsrechten stelt de projectnotaris een erratum op en hevelt vervolgens de hierboven genoemde 150 parkeerplaatsen over van "onze gemeenschappelijke gedeelten" naar de eigenaar van index nummer 4 zijnde de SCW ( thans Alliantie ) te Amersfoort, zonder dat de breukdelen worden aangepast en zonder dat een prijscompensatie wordt toegepast. De parkeerplaatsen vertegenwoordigen een waarde van circa ƒ 30.000,- per plaats of € 13.600,-. Al met al is een bedrag gemoeid van ruim

€ 30.000,- per appartementsrecht. Het zal u duidelijk zijn dat een en ander ook doorwerkt in de vaststelling van de waarde in verband met de onroerendgoedbelasting. De afwijkingen van de rest van het complex zijnde circa 600 woningen is hier verder buiten beschouwing gelaten.

De kopers van de appartementsrechten hebben aanzienlijke bedragen moeten betalen voor de grond. De opbrengst voor de projectontwikkelaar ligt op circa € 1.800,- per vierkante meter. In het complex loopt op twee locaties de openbare weg over de aangekochte grond van de 83 appartementseigenaren zonder dat daar een erfdienstbaarheid op is gevestigd en zonder dat een compensatie hiervoor is overeengekomen en of wordt verrekend. Thans worden suggesties opgeworpen door eigenaren om deze twee openbare stukken weg af te sluiten voor alle verkeer.

  1. Klopt het volgens het College dat in het complex op twee locaties de openbare weg over de aangekochte grond van de 83 appartementseigenaren loopt zonder dat daar een erfdienstbaarheid op is gevestigd en zonder dat een compensatie hiervoor is overeengekomen en of wordt verrekend ? Zo ja, hoe denkt het College dit te gaan verrekenen met de Bewoners en / of met de firma Heijmans. Zo nee, waarom niet ?

In afwachting van uw spoedige schriftelijke beantwoording,

 

 

Namens de Burger Partij Amersfoort ( BPA ),

 

Kees Kraanen

Hans van Wegen.

 

ANTWOORD van Burgemeester en Wethouders (verzonden d.d. 3 februari 2004)

 

 

  1. Ja. In het B&W besluit is sprake van maximale gemiddelde von-prijzen voor de 83 appartementen van f 240.000-265.000. Deze bedragen hebben betrekking op de koopsom van de woning exclusief parkeerplaats. Het prijspeil van deze bedragen is 1-7-1996. De von-prijzen mogen door de ontwikkelaar worden geïndexeerd tot de datum van het grondtransport. Het grondtransport vond plaats op 8 april 1997. Verhoging met de index leidt tot een maximaal toegestane gemiddelde von-prijs van f 245.400 – f 270.963 voor de woning.
  2. Er is nooit sprake van geweest dat de parkeerplaatsen om niet beschikbaar gesteld zouden worden aan de eigenaren van de appartementen. Wel is met de ontwikkelaar afgesproken dat de parkeerplaatsen voor de bewoners fysiek afgescheiden moesten worden van de openbare parkeerplaatsen.

    Verder blijkt dat de aan de kopers door te berekenen kosten voor een parkeerplaats waren geraamd op f 25.000. Dit bedrag ligt overigens onder de kostprijs. Uit de kostenopzet blijkt dat de werkelijke kosten voor deze parkeerplaats ruim f 37.000 bedroegen.

    Inclusief parkeerplek wordt de maximaal toegestane gemiddelde verkoopprijs f 270.400 – 295.963. U schrijft dat de gerealiseerde gemiddelde verkoopprijs incl. parkeerplek f 295.000 bedroeg. Dit bedrag valt binnen de contractafspraken.

  3. nvt
  4. nvt
  5. nvt
  6. Ja. De bedoeling van deze bepaling is een verdeling aan te brengen tussen het aantal privé-parkeerplaatsen en openbare parkeerplaatsen.
  7. Bij de verdere uitwerking van de doelstelling om zoveel mogelijk parkeerplaatsen gratis ten gunste te laten komen aan het publiek, werd duidelijk dat een parkeersysteem noodzakelijk is om langparkeerders te weren. Dit heeft in overleg met betrokken partijen geresulteerd in het thans bestaande systeem. Met dit systeem komt nog steeds een substantieel deel van de parkeerplaatsen ten gunste aan de bezoekers van het winkelcentrum (voor de eerste twee uren gratis).

  8. Het is ons bekend dat op twee plekken de (openbare) toegangsweg tot het centrum over particuliere grond loopt. Deze grond is niet alleen eigendom van de eigenaren van de daarboven gerealiseerde woningen. Het is betrokken bij de splitsing in appartementsrechten van het gehele complex en behoort daartoe in mede-eigendom van alle eigenaren.

De verkoop van de woningen heeft plaatsgevonden op basis van het thans ontwikkelde plan dat steeds heeft voorzien in deze overbouwing. Er is dan ook geen enkele aanleiding tot verrekening.